Hermann Gütlich gaat in de herfstvakantie van 1853 op bezoek bij zijn oudere neef Georg Wetterhahn in Mainz. Om een goed beeld te krijgen wat de rol van de familie Wetterhahn is in Hermanns leven zullen de diverse familieleden achtereenvolgens de revue passeren.
Hermanns oom en tante
Het gezin van zijn tante Susanne (Elisabeth) Gütlich (1796-1835) heeft een bijzondere plaats in Hermanns leven. Haar man, en dus Hermanns oom, Johann Wetterhahn (1788-1850), is de peetvader van Hermann en is in die rol vanaf zijn geboorte betrokken bij het reilen en zeilen van Hermanns leven. Johann is een voorname gezagsdrager met een militaire achtergrond. Zijn carrière begint in Darmstadt waar hij start als Unter-leutnant in het Landdragonerkorps. In 1821 verhuist het gezin vanuit Darmstadt naar Mainz waar Johann wordt benoemd tot Oberleutnant, in 1825 promoveert tot Gendarmeriekommandant en in 1835 zelfs tot Gendarmerie-Rittmeister van de gehele provincie Rheinhessen en daardoor eindverantwoordelijk is van de gendarmerie-commando’s van het gebied. Zijn oom en tante spelen, in tegenstelling tot hun zoons Gustav en Georg, geen rol in Hermanns reisverslag uit 1853 omdat ze dan beiden al zijn overleden.

Neef (Johann Nicolaus) Gustav Wetterhahn (1818-1868)
De aanleiding voor de reis naar Milaan is de aanschaf van twee paarden door Hermanns neef Gustav Wetterhahn; in 1853 een hoge militair in het Oostenrijkse leger en vanuit die positie gelegerd in het Noord-Italiaanse Lodi. Net als zijn vader Johann, ambieert Gustav een militaire carrière die hem achtereenvolgens van Ulaan (1835) tot aan zijn pensionering brengt tot Feldmarschall-Leutnant. Bij zijn overlijden in 1868 in Mainz wordt hij zelfs als gedecoreerde Majoor in het Keizerlijke Oostenrijkse leger genoemd. Gustav is zijn militaire loopbaan al begonnen voordat Hermann is geboren en is veel gelegerd in het buitenland waaronder in Wenen, Hongarije en later in Italië. Het is daardoor niet aannemelijk dat Hermann en Gustav intensief contact met elkaar hebben gehad. In zijn reisverhaal verteld Hermann dat hij zijn neef Gustav daarom graag zou willen ontmoeten en uiteindelijk gaat hij naar de kazerne in de Italiaanse stad Lodi om dit te realiseren.

Neef Johann Georg Eduard Wetterhahn (1826-1880)
Hermanns andere neef Georg Wetterhahn is slechts 10 jaar ouder dan hem. Uit het begin van het reisverhaal blijkt dat ze een goede band met elkaar hebben. Hermann gaat daarom in de herfstvakantie van 1853 naar Georg in Mainz en als Hermann de reis naar Milaan wil maken, vindt Georg dat prima en is hij bereid hem de reiskosten voor te schieten. Over Georg is bekend dat hij is getrouwd met de Engelse Caroline Griffin (1828-1905), waarbij hun huwelijk is gesloten op 30 mei 1850 in Saint Luke’s Church, Chelsea, Londen. Hermanns dekmantel voor de reis naar Milaan is dat hij een familielid van deze Caroline Griffin naar Parijs zal begeleiden; een leugen om zijn ouders te overtuigen om hem een reispaspoort te verstrekken, wat inderdaad lukt.

Georg heeft een groothandel in nationale en internationale wijnen. Om de kwaliteit hoog en betrouwbaar te houden presenteert hij in 1876 de uitvinding van een wijnreinigings-apparaat dat officieel gepatenteerd wordt voor het Groothertogdom Hessen. Het doel van deze uitvinding is om te ontdekken of er in met name Franse rode wijnen kunstmatig suiker in de wijnmost wordt toegevoegd in plaats van dat dit onderdeel van het natuurlijke gistingsproces is. Als in 1880 Georg overlijdt wordt de wijnhandel voortgezet door zijn vrouw Caroline. Van zijn zoon Georg (1856-1932) is bekend dat hij in 1890 ook in de wijnhandel van de familie actief is geweest.

De familielijn Wetterhahn-Gütlich ziet er als volg uit:
